Rotterdam Waterstad 2100

Team
De UrbanistenTimo Stevens, Marcello Corradi, Geertje Maagdenberg, Dirk van Peijpe, Margherita Ghini
DeltaresNanco Dolman, Ronald Roosjen, Rutger van der Brugge

Rotterdam Waterstad 2100 is een beeldend vergezicht voor de Rijn-Maasmonding over honderd jaar. Hierin is het stedelijk gebied beschermd tegen zeespiegelstijging en voorziet de regio in de eigen (zoet)waterbehoefte. Het vergezicht toont hoe bestaande en nieuwe ‘groenblauwe netwerken’ zorgen voor een gezonde en prettige leefomgeving. Daarmee richt het perspectief zich op de uitdagingen waarmee de regio te maken heeft en krijgt, zoals overstromingen, droogte, wateroverlast en hitte.

Een toekomstperspectief op drie schaalniveaus.

Deltadijk

De hoofdingreep van deze holistische visie is de implementatie van een deltadijk die Rotterdam en de Randstad veilig houdt bij het extreme scenario van drie meter zeespiegelstijging. Buiten die dijk, en met name rondom de Zuid-Hollandse eilanden, ontstaat een dynamisch en natuurlijk getijdenlandschap. De woonkernen op die eilanden liggen veilig achter kleinere ringdijken, de Rotterdamse haven krijgt een toekomstbestendige inrichting. Om dit alles te bereiken zijn 22 bouwstenen geformuleerd, verdeeld over vijf hoofdthema’s.

1. Waterveiligheid in extreme scenario’s

Waterveiligheid speelt binnen en buiten de deltadijk een rol. Rotterdam en de Randstad liggen veilig achter een deltadijk. Nieuwe zeesluizen aan de oost- en westzijde van Rotterdam houden het stijgende en zoute zeewater buiten. Het beschermen van de Drechtsteden heeft een vergelijkbare strategie: een dijkring met een gecontroleerd binnenwater. Op de Zuid-Hollandse eilanden geldt een terpenstrategie, een uitbreiding van woonkernen op veilige hoogte, die later mogelijk uitgroeien tot kleine ringdijken. Zo ontstaat ruimte voor getijdennatuur en natte teelten op de rest van de eilanden en rondom de haven en de kust.

Een nieuwe kaart voor de Rijn-Maasmonding.

2. Sponssteden met circulaire zoetwatersystemen

Het gedachtegoed van de sponsstad is nodig om de ‘eigen’ zoetwaterbeschikbaarheid te borgen. Dit betekent dat zoveel mogelijk regenwater wordt opgevangen en vastgehouden, waarna het tijdens perioden van droogte en tekorten benut kan worden. Het teveel of tekort aan water kan door middel van pompen en gemalen verdeeld worden over een netwerk van singels, boezems en seizoensbergingen.

Door het afsluiten van de Maas is het mogelijk om losse watersystemen te combineren tot één zoetwatersysteem, dat tevens dient als buffer voor overtollig hemelwater. De Krimpenerwaard wordt een groot zuiveringsmoeras, terwijl in perioden van extreme neerslag ook Midden-Delfland fungeert als klimaatbuffer. Het Brielse en Oostvoornse Meer blijven behouden als waterbuffers voor de haven. Door het openstellen en verbinden van waterstructuren, plus de verbeterde waterkwaliteit, is dit toekomstige waternetwerk uitermate geschikt voor recreatief gebruik.

Sponsstad met een zuivering in natuurgebied Krimpenerwaard.

3. Voldoende ruimte voor nieuwe natuur

Binnen de deltadijk liggen regionale parken, waaronder een oeverpark van formaat. Dit Oeverpark010 bestrijkt de gehele lengte van de Binnenmaas en biedt mogelijkheden voor nieuwe oeverparken en natte natuur. De te vernatten Krimpenerwaard en Midden-Delfland gelden als regionale parken. De Haringvlietdam gaat open, waardoor een grootschalig getijdenpark ontstaat dat zich uitstrekt tot aan De Biesbosch. Op de Zuid-Hollandse eilanden is meer ruimte voor water, met mogelijkheden voor natte landbouw.

4. Voorzien in nieuwe woongebieden

Door het deels verplaatsen van bestaande havengebieden en de hoofdtransportroute, is de Binnenmaas een plek voor een ‘water- en natuurgebonden stadsontwikkeling’. Het gecontroleerde waterpeil biedt tevens kansen voor waterrecreatie.

De Binnenmaas is een plek voor natuur én nieuwe woontypologieën – zoals wonen in voormalige havenbekkens en in drijvende woningen. Ook op en achter de deltadijk liggen mogelijkheden voor nieuwe woongebieden. De locaties op en aan de dijk worden het nieuwe stadsfront van Rotterdam. In het getijdenlandschap buiten de deltadijk is de woningbouwontwikkeling onderdeel van de waterveiligheidsstrategie. Door woningbouw verhoogd (op terpen) te ontwikkelen en aan de rand van bestaande kernen, vormen ze op termijn een waterkering.

Waar wij willen wonen - een verlangen voor de toekomst

5. Een post-fossiele haven

De haven van Rotterdam transformeert naar een post-fossiel gebied – met hernieuwbare energie en een schonere scheepvaart. Om de haven te beschermen tegen het stijgende zeewater, wordt het maaiveld stapsgewijs opgehoogd, in combinatie met de herinrichting van de havenactiviteiten. Ook de transportroutes over water en land krijgen een toekomstbestendige inrichting. Havenactiviteiten in de Waal- en Eemhaven (toekomstig binnendijks gebied) verplaatsen zich naar buitendijkse gebieden.

De 22 bouwstenen zijn vertaald in drie transitiepaden – op basis van verschillende sleutelmomenten, zoals de levensduur van de Van Maeslantkering.

Andere finalisten

Finalist
dynamische-dijken
Midden Zeeland
Finalist
230612 Oesterdam toekomst
Midden Zeeland