Editie 5

1997 – 1998

Wie in Noord-Nederland is bang voor een leeg programma?

De opgave betrof het noorden van Nederland, in het bijzonder het gebied tussen Groningen en Hoogezand-Sappemeer, noordelijk Oostergo, Hoogeveen en het Oude Diep. Deze regio’s kampten toen al met sluipende, maar ingrijpende veranderingsprocessen. De vraag: hoe vertaal je een schijnbaar programmaloze ontwikkeling op regionale schaal tot een toekomstgerichte ontwerp- en planningsvisie?

Wederom twee winnaars: ‘Aura’ van Hans Snijders en ‘Wadiand’ van Edzo Bindels, Enno Zuidema, Arjan Klok en Jan-David Hanrath. Het plan Aura neemt stelling tegen de ‘egalisering van Nederland’, met een ruimtelijk concept waarin de trage leegte en de snelle volte gelijktijdig ontwikkeld worden tot een ‘onzichtbare stad’. Dat betekent meer restricties voor ruimtelijke ontwikkelingen in grote delen van het noorden, maar ook een autonome ontwikkeling van telematica en een uitgebreid infrastructureel netwerk. Met de introductie van vijf ‘sponzen’ wordt het landschap van Noord-Nederland gerecupereerd door de productie van water, rust en duisternis, als tegenpool van de snelle ontwikkelingen.

Het voorstel Wadiand plaatst het noorden in een Europese context. De regio kan zich aldus de ontwerpers ontwikkelen tot een van de ‘grote ruigtes’ in Europa, met dezelfde allure als de Pyreneeën of de Schotse Hooglanden. Het getijdensysteem van de Wadden is de motor: via doorbraken in de zeewering kan de zee in fasen het land binnendringen – tot aan Alkmaar, Leeuwarden, Dokkum, Groningen en het Oldambt. De oude zeedijken rond de nieuwe stroomgebieden worden waar nodig versterkt.