Even voorstellen: bestuursvoorzitter Flip ten Cate

Flip ten Cate is in maart 2024 toegetreden tot het bestuur van de Eo Wijersstichting. In september heeft hij de voorzittersrol van Annemiek Rijckenberg overgenomen. Hij stelt zich in dit artikel aan je voor.

Flip: “Na een werkzaam leven als (vredes)activist, gemeenteambtenaar (Amsterdam, stadsvernieuwing), uitgever, journalist (freelance en 15 jaar Binnenlands Bestuur) en belangenbehartiger van ruimtelijke kwaliteit (directeur van de Federatie Ruimtelijke Kwaliteit) ben ik nu adviseur en publicist op het gebied van ruimtelijke kwaliteit. Dat is een vrije rol waar ik me goed in thuis voel. In mijn vrije tijd houd ik me bezig met historisch (archief)onderzoek, de laatste tijd naar de Hollandse tijd in de vergeten kolonie Demerary, nu Guyana. Mijn voorvader zwaaide daar als plantage-eigenaar, slavenhouder en opperbestuurder de scepter. Hij verwekte bij een slaafgemaakte een kind waar ik ook van af stam.
Ik speel viool in het Utrechtse Ad Hoc orkest. Silfriede en ik hebben drie kinderen en drie kleinkinderen.

Ik ken de Eo Wijersstichting al heel lang, nog uit de tijd dat ik er bij Binnenlands Bestuur berichten over schreef. Toen verbaasde ik me over de logica om het regionaal ontwerp centraal te stellen in een bestuurlijke setting waarin juist sprake is van een regionaal ‘gat’. Uiteraard behoort ‘Ruimte voor de Rivier’ ook in mijn denkraam tot de iconen van de ruimtelijke ordening en besef ik dat de ontwikkeling daarvan zonder de Eo Wijersprijsvraag nooit tot stand gekomen was. Ik heb de afgelopen jaren professioneel vaak opgetrokken met vele vroegere en huidige bestuursleden van de Eo Wijersstichting.

Ik wil de kennis die ik heb opgebouwd over omgevingskwaliteit vruchtbaar blijven inzetten in het bestuur van de Eo Wijersstichting. Wat is het? Hoe omschrijf je het? Hoe werk je eraan? Hoe stimuleer je het? Momenteel neemt de ‘handelingsverlegenheid’ in de politiek sterk toe. Het aantal onopgeloste, urgente, sectorale vraagstukken wordt steeds groter en knopen worden niet doorgehakt omdat elke sectorale oplossing de problematiek in een andere sector vergroot. Ik ben ervan overtuigd dat het samenwerken aan ‘goede omgevingskwaliteit’ en aan een goede bouwcultuur kan leiden tot verbinding terwijl de sectorale focus alleen maar polarisatie oproept. Gebiedsgerichte, integrale antwoorden op ruimtelijke vraagstukken bieden daarmee niet alleen een antwoord op de ruimtelijke problematiek, maar leiden ook tot nieuwe (sociaaleconomische) verbindingen en tot antwoorden op het domein van politiek-bestuurlijk handelen.

Naar mijn smaak is het probleem van de democratische legitimatie op regionaal niveau nog steeds een struikelblok voor het regionaal ontwerp. Wie is precies opdrachtgever? Wie committeert zich, bestuurlijk, aan de gevonden oplossing? De bestuurlijke hulpstructuren (convenanten, gemeenschappelijke regelingen) garanderen geen bestuurlijk draagvlak in de betrokken volksvertegenwoordigingen. Doorzettingsmacht en draagvlak onder de bevolking (dus: democratische legitimatie) zijn cruciaal voor het doorhakken van de gordiaanse knopen die juist op regionaal niveau spelen. Ik wil het besef daarover en een perspectief op een oplossing graag als bestuurslid dichterbij helpen brengen.”

Flips’ motto: “Ik trek Mooiwaarts! Wie gaat er met me mee?”

Deel

Andere berichten